Indonesie

Riung

Paradijs

Verse vis traditioneel bereid

Noodles bij oma van Ketut

Ketut!

Indonesie

Bali
27 juli komen we in Bali aan! Zo anders dan Australië! Maar erg leuk om weer in een hele andere cultuur terecht te komen. We verblijven in Kuta, DE plek voor de surfers, maar ook voor backpackers en oude Australische dudes die in hun jeugd de ‘zuip-vakanties’ hebben misgelopen en ze alsnog in Kuta houden. Daarnaast een behoorlijke drukte, scooters all over the place en daarbij het gevoel constant voor je sokken te worden gereden! Een enorm contrast dus met de rust van Australië. Dit is dan ook de reden dat we Kuta de volgende dag alweer verlaten om vervolgens naar Lovina (ten noorden van Bali) te reizen. Via een toeristische route, namelijk via tempels en watervallen, bereiken we het schattige dorpje. Superlieve mensen en een relaxte omgeving! Vanuit hier maken we twee duiken op een eiland ten westen van Bali. Anders dan in Australië, staan de prijzen nooit vast en is het afdingen geblazen, voor de helft van de ‘officiële’ prijs kunnen we uiteindelijk duiken en kunnen we gratis mee op een Dolphin Watch Tour! De duikplek deed ons erg aan Curaçao denken. We zien een enorme Green Turtle en onze eerste Lionfishes! ’s Avonds in Lovina de zonsondergang bekijken is enorm gezellig, iedereen (incl. locals) komt hier samen. Bij onze grote vriend Ketut bestellen we onze Bintangs en noodlesoup! Hij is mega happy als je iets bij hem besteld, te schattig! De volgende dag gaan we in de vroege morgen mee met de Dolphin Watch Tour! Omdat elke inwoner van het dorp de tour aanbiedt, betekent dit met 50 bootjes de zee op! Er was één plan en dit hield in dat wanneer de dolfijnen boven kwamen (de dolfijnen waren aan het jagen, dus dan komen ze enkel en alleen boven om adem te halen…) als een malle er op af te gassen. Met als resultaat dat alleen de eerste 5 boten de dolfijnen konden zien. Al met al hebben we dus meer genoten van de sunrise en de hilariteit van dit festijn, dan van de dolfijnen. Hoewel we ons één keer gelukkig mochten prijzen aangezien ze vlakbij onze boot boven kwamen. Ze zagen er prachtig uit, het waren black bottle nose dolphins.
In Ubud, een kunstdorpje, zijn we naar het Monkey Forest geweest, dit is een tempel die behoorlijk wordt bevolkt door makaken. Hoewel de sfeer tussen de apen soms erg onprettig was en zelfs een moederaap met haar dode baby zat te sleuren, was het grappig om er doorheen te lopen. Ook Ubud was weer behoorlijk toeristisch en dus erg druk. Ook hadden we het hier niet helemaal getroffen met onze kamer en liepen de (supersize) ratten via het dak naast ons bed naar beneden, dit ging ons iets te ver en hebben de laatst beschikbare kamer (en helaas ook de duurste) in Ubud genomen. Dan maar extra genieten van een warm bad! Op naar Flores!

Flores
Alle vluchten naar Labuan Bajo (West-Flores) zitten vol en Steef en ik besluiten op Ende te vliegen, deze stad ligt ongeveer in het midden van Flores. Flores is veel minder ontwikkeld dan Bali en daarbij dus ook nauwelijks op toeristen ingespeeld. Na de vlucht per Fokker F28 (waarbij de staartvleugel met kabels aan de romp vastzat) overleefd te hebben, nemen we een privé-chauf om ons naar Riung te brengen, een snorkelparadijs. Dit ook om te voorkomen dat je ergens op het dak van een mega brakke disco bus, ook wel bemo, terecht komt. De reistijden aangegeven door de Lonely Planet kunnen ongeveer worden verdriedubbeld….Een behoorlijk lange zit dus en bovendien een behoorlijke hobbelweg! Maar met deze route zien we het echte Indonesië. Enorme rijstvelden en wanneer we langs dorpjes rijden ligt er van alles te drogen, koffiebonen, cacaobonen, kruidnagelen etc. Zo leer je nog eens van welke bomen en struiken het afkomstig is!!! Eenmaal aangekomen in Riung komen we in een gloednieuw verblijf, dit staat behoorlijk in contrast met het enorm afgelegen niet-toeristische dorpje met maarliefst 1 bar en 1 klein winkeltje. Waarschijnlijk verwachten ze komende jaren een topdrukte. Maar voor nu delen we ons verblijf met 1 andere toerist. In de plaatselijke kroeg zien we nog 6 andere toeristen. In deze kroeg hebben we ’s avonds een Bintang met Tam gedronken (De kapitein van de boot van onze snorkeltrip)hij blijkt een enorme fan van voetbal te zijn en weet echt alles! Tevens biedt onze chauf ons (eigenlijk alleen Steven, want man) een glaasje Arak aan (de plaatselijke wodka, gemaakt uit palmbomen). De volgende ochtend gaan we het water op, eerst varen we langs een plek met honderden vleermuizen, vervolgens komen we bij een uitstekende snorkelplek! We sluiten af met een lunch op een wit strandje. Vooral Steven is zeer in zijn nopjes met de versgevangen Red snapper en heeft nog nooit zo’n lekkere vis gegeten! Aangezien we nog een lange reis voor de boeg hebben, vertrekken we richting Bajawa. Onderweg nemen we nog een warm bad in de hotsprings! Uiteindelijk komen we de volgende dag in Labuan Bajo aan. In het stadje zelf is niet veel te bevelen, het gaat hier voornamelijk om het Komodo National Park, dat vanaf hier gemakkelijk per boot te bereiken is. De Komodo Dragons kunnen worden gespot op het Komodo eiland of Rinca. Aangezien Rinca het spotten van de dragons kan garanderen, kiezen we voor dit eiland. Met een gids gaan we het eiland over, we zien enorm veel Komodo dragons, zelfs een baby! De eerste twee jaar leven ze in een boom, dus dit was heel speciaal. Ze kunnen ongeveer 3,5 meter worden, behoorlijk grote beesten dus. De Komodo varaan heeft een bepaalde bacterie, waardoor zijn prooi (bijv. waterbuffels of apen) een infectie krijgen en twee weken later hieraan overlijden. Toch van een afstand zien ze er erg indrukwekkend en niet bepaald agressief uit, maar uiteraard blij achter een gids te lopen die een stok in zijn hand heeft. Het Komodo National Park staat ook nog om iets anders bekend, namelijk dat het DE ultieme duikplek is! We hebben twee dagen gedoken en het was daadwerkelijk fantastisch en adembenemend! Ook weer Manta’s gespot, fantastisch! Een plek om zeker nog eens terug te keren!
Als afsluiting gaan we nog drie dagen naar Sanur (Bali), om vervolgens via Jakarta naar Kuching (Borneo) te vliegen.